Wijzigingswet Luchtvaartwet (Regels beveiliging luchtvaartterreinen)
Wet van 6 juni 1991, tot wijziging van de Luchtvaartwet (Regels beveiliging luchtvaartterreinen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter beveiliging van de internationale burgerluchtvaart wenselijk is eisen te stellen met betrekking tot de op luchtvaartterreinen te treffen veiligheidsmaatregelen, alsmede een heffing in te stellen ter bekostiging van de beveiligingsmaatregelen die van overheidswege worden genomen;
Zo is het, dat wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
1
Het tarief van de heffing, bedoeld in artikel 37j, eerste lid, in Artikel I, bedraagt voor het resterende deel van 1991 zes gulden vijftig per passagier.
2. Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de vierde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 juni 1991
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
j
R. H. Maij-Weggen
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
De Staatssecretaris van Financiƫn,
m
J. J. van Amelsvoort
Uitgegeven de vijfentwintigste juni 1991
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin